Daar zat ik dan, 24 jaar en in de wachtkamer van de psycholoog. Nooit gedacht dat ik hier zou zitten. Want: Ik ben toch niet gek? In mijn ogen moest er echt wel iets goed mis met je zijn als je hier terecht kwam of toch niet? M’n leven was toch goed? Het was misschien druk want ik deed van alles en wat er ook gebeurde, ik ging altijd door. En dat punt van altijd maar doorgaan is tegelijkertijd ook het punt geweest dat me de das om deed. Ik kwam thuis te zitten, niet wetende dat deze periode later zou zorgen voor het keerpunt in m’n leven.